Met dit artikel gaan we terug in de tijd. De uitvinding van de boekdrukkunst is misschien lang geleden, de verandering die het teweeg heeft gebracht is interessant om te bestuderen hierdoor kunnen we de huidige ontwikkelingen in perspectief plaatsen. Het is misschien moeilijk voor te stellen wat de komst van de boekdrukkunst in 1450/55 teweeg heeft gebracht, op dit moment staan we in eenzelfde periode als toen (het artikel de tweede typografische revolutie gaat daar dieper op in). Voor de diepgang van de typografie in de huidige tijd is het belangrijk om terug te kijken. Het omzetten van handschrift naar zetwerk en de transformatie van het handschrift naar een zetletter is interessant om te bestuderen. Omdat we daar nu van kunnen leren hoe de typografie zich heeft ontwikkeld na 1455. Wat nemen we mee vanuit die tijd en welke tradities moeten we juist loslaten? Het gaat op dit moment niet meer over het uiterlijk van het fysieke boek maar om het boek als digitaal document. De hoofdvraag is hoe zorgen we ervoor dat teksten/ het alfabet blijven overkomen in een tijd dat we overstappen van print naar digitaal. We hebben het hier niet over een e-book. Deze vertaling is te makkelijk één op één vanuit print vertaald. Het gaat om een leeservaring die past bij het lezen vanaf een scherm en daarbij het omarmen van de techniek die aanwezig zijn waardoor lezen vanaf scherm niet alleen vloeiender gaat maar ook een meerwaarde geeft ten opzichte van print.
— De eerste bladzijde van de Gutenbergbijbel. Bron: Wikipedia
Gutenberg
Wie was de uitvinder van de boekdrukkunst? Wij gaan uit van Gutenberg omdat dit feitelijk gezien de meest overtuigende is. De volledige naam van Gutenberg was Johannes Gensfleisch zur Laden zum Gutenberg. Geboren ca. 1397 te Mainz, Duitsland aldaar gestoren in 1468. Gutenberg word gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst tussen 1450–1455. Let wel, er bestonden al boeken voor die tijd alleen waren deze handgeschreven dan wel gedrukt door middel van houtgravures. Vanaf 1438 was Gutenberg al opzoek naar een manier om de aflaatbrief en heiligenprentje1 in grote oplage te vermenigvuldigen. Het prentje was goed te vermenigvuldigen door middel van houtgravures. De aflaatbrief vroeg om een ander procédé omdat de tekst te bewerkelijk was voor een houtgravure. Door dit probleem op te willen lossen kwam Gutenberg tot het loden zetsel.
Meer uitvindingen
Gutenbergs vernieuwing kon niet uitblijven, er waren al veel meer mensen bezig met het vermenigvuldigen van teksten. Bijvoorbeeld door middel van stempels. Gutenberg vond het zetsel uit waardoor met losse letters afzonderlijk een tekstpagina kon worden opgebouwd. De uitvingding van het zetsel staat niet alleen. Er moest meer geoptimaliseerd en ontworpen worden. Naast de losse letters ontwikkelde hij ook de drukpers, metalen matrijzen om de letters te kunnen gieten, de juiste legering voor het loodzetsel en het gietinstrument. Maar ook een zetkast voor alle 290 drukvormen die nodig zijn voor ons alfabet van 26 letters en de juiste drukinkt voor het afdrukken. Daarnaast moest hij een lettertype ontwikkelen, waarbij hij koos uit de verschilende handschriften die voorhanden waren, hij koos een gotische schrijfletter. De eerste romein werd in 1465 ontwikkeld door Sweynheym & Pannartz te Subiaco in Italië. Gutenbergs uitvinding verspreidde zich snel door Europa en in 1473 kwam via Utrecht de boekdrukkunst Nederland binnen.2
—
— Lettertype ontworpen door Pannartz en Sweinheim, ca. 1465. Bron: Wikipedia
—
Gutenberg startte zijn uitvinding met een bijbel, wel bekend als de Gutenbergbijbel, die in 1454–55 werd voltooid. Een belangrijk moment omdat zetsels nu makkelijker gecorrigeerd konden worden. Een probleem dat veel voorkwam bij de eerdere boeken waardoor fout op fout in de teksten slopen. De bijbel van Gutenberg is moeilijk te onderscheiden van de toen nog geschreven variant. Zijn letters waren gebaseerd op het handschrift. Ook werden de pagina’s deels met de hand ingekleurd en versierd met ornamenten en begin kapitalen die met de hand werden gemaakt. Het is interessant te zien voor welke typen boeken er werd gekozen om door de nieuwe druktechniek te worden vervaardigd. Welke boeken koos men toen en welke typen boeken of informatie zijn nu al vertaald naar digitaal. Het begon met een bijbel en daarna volgde andere religieuze literatuur, en schoolboeken. Dit waren in eerste instantie de enige boeken die gemaakt werden, voor de uitvinding van Gutenberg. Daarna volgde de formulier- en modelboeken voor notarissen, juristen en stadsbestuur, er werden landbeschrijvingen gedrukt voor reizigers en de eerste encyclopedie werd gedrukt in 1472. Toen een woordenboek en daarna de atlassen waarbij het eerste boek met de naam Atlas van Gerard Mercator was in 1595.
Boeken voor iedereen
De boekdrukkunst kreeg een maatschappelijke en politieke functie want op deze manier was het vermenigvuldigen van teksten betaalbaar. De middenklasse kon daardoor een mening vormen over politiek en religie. Machtsverhoudingen veranderden in de maatschappij en kerk. Wie leest krijgt macht over kennis en de verspreiding daarvan. Ook toen ging het in eerste instantie om geld en moest er zeker van zijn dat er voldoende afname was voor een boek. Doordat lezen nu een groter bereik had en het produceren goedkoper en sneller gebeurde werd lezen voor iedereen toegankelijk en ontstonden er meer typen boeken.
Dit artikel is een aanzet om in het vervolgonderzoek een tijdlijn te ontwikkelen om zo helder te krijgen hoe we ons verhouden in de tijd en welke belangrijke ontwikkelingen en uitvindingen er hebben plaatsgevonden. Gutenberg is het startpunt en met deze tijdlijn gaan we via de industriele revolutie naar de komst van de computer en het internet.
—
1
Aflaatbrief; is een schriftelijk bewijs van de Kerk dat een aflaat (kwijtschelding van straf voor zonden die men had opgebiecht) verleend is.
Heiligenprentje; dat als bedevaartssouvenier voor Pelgims diende.
2
De feiten rondom de Haarlemse Coster die in Nederland lange tijd werd gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst zijn niet erg betrouwbaar. Het zou gaan om een mondelinge overlevering uit de zestiende eeuw. In 1988 verscheen een studie tijdens het “Coster” jaar waarbij de resultaten zijn gepubliceerd van het onderzoek naar de historische feiten. Hieruit bleek dat een aantal zaken die werden aangenomen niet leken te kloppen.
—
—